Sherborne, daar hebben jullie vast al iets over gehoord, maar wat is het nu specifiek.
In het keuzevak op school "Beweging en zorg" kregen we in groepjes een onderwerp waar we ons moesten in verdiepen.
Charline De Leyn, Marie-Luca Beyaert en mezelf kregen het onderwerp "Sherborne".
Wij hadden er alvast niets over gehoord, maar we raadpleegden een heleboel bronnen zoals boeken, tijdschriften, internet,..
Ik zal even de belangrijkste informatie geven, verder informatie en oefeningen kan je hieronder lezen.
1. Wie was de grondlegster van de bewegingspedagogiek "Sherborne"?
Veronica Sherborne werd geboren in 1992 in het Engelse stadje Burma.
Ze studeerde kinesitherapie en lichamelijke opvoeding, later specialiseerde ze zich in "The Art of Movement and Dance". Veronica Sherborne overleed op 18 september 1990, er werd een fonds opgericht die als doel de werking van de bewegingspedagogiek te promoten en internationaal te dragen.
Veronica was moeder van 3 kinderen, dit bepaalde in sterke mate de aard van de activiteiten die ze bij haar bewegingsmethode gebruikte. Ze bestudeerde de omgang van de ouders in verzorging situaties en bij momenten van koesteren en knuffelen.
Ze probeerde diezelfde bewegingservaringen in haar bewegingssessies te verwerken.
2. Wat is het doel van Veronica Sherborne met haar bewegingsprogramma?
Zij beoogde vooral doelstellingen op het sociaal en affectief-emotioneel vlak :
- Het ontwikkelen van een positief zelfwaardegevoel
- Het ontwikkelen van de bekwaamheid om relaties aan te gaan en met
anderen te communiceren.
Zelfvertrouwen en vertrouwen zijn hierbij 2 centrale begrippen.
- Het groeien van zelfvertrouwen gebeurt door heen de vele bewegingsspelen die gericht zijn op de ontwikkeling van het
lichaamsbewustzijn.
- Het vertrouwen in anderen groeit vanuit de bekwaamheid om met anderen om te gaan en te communiceren.
3. Wat zijn de 2 basispijlers van Sherborne?
- Zelfbewustzijn + bewustzijn van anderen.
4. Wat zijn de correcte stappen van het lichaamsbewustzijn.
1. Perifere lichaam
2. Gewichtsdragende delen
3. Romp
Eerst wordt het kind bewust van zijn uiteinden, zijn prefere lichaamsdelen: handen en armen, voeten en benen, het gelaat.
Dit zijn de lichaamsdelen waarmee de omgeving wordt verkend en onderzocht.
Vervolgens zijn er de gewichtsdragende delen: knieën, bekken en schoudergordel. Zij vormen de fysieke schakel tussen de grond en onszelf. Tot slot is er de romp, dit is de fysieke schakel tussen de perifere lichaamsdelen: het centrum van ons lichaam.
Het kind moet leren bewegen als gecoördineerd geheel. De romp krijgt een centrale plaats in het bewegingsaanbod.
5.. Als 2de pijler hebben we bewustzijn van anderen, binnen die pijl hebben we 3 relaties:
- Zorgende of "met elkaar" relaties.
- Gedeelde of "samen" relaties.
- "Tegen elkaar" relaties.
We gaan deze relaties verduidelijken aan de hand van een oefening.
Oefening zorgende of "met elkaar" relaties:
2 kleuters zitten op de grond tussen elkaars benen.
De kleuters duwt de andere student zachtjes vooruit door de
ruimte.
Uitleg: Draagt de één partner zorg voor de andere. De zorgende partner leert zich afstemmen op de behoeften en
gevoelens van de andere, terwijl de andere partner vertrouwen leert stellen in andere personen.
Oefening gedeelde of "samen" relaties:
2 studenten zitten tegenover elkaar, samen proberen ze overeind te komen zonder gebruik te maken van handen.
Uitleg: Als iemand een sterker vertrouwen in anderen krijgt en leert om goede relaties aan te gaan, heeft hij ook meer kans om een goede sociale ondersteuning op te bouwen, waaruit hij ook positieve ervaringen krijgt die zijn zelfbeeld ten goede komen.
Oefening "tegen elkaar"relaties:
1 student maakt van zichzelf een stevig pakje door de armen om zijn benen te slaan.
De andere student probeert dit pakje te openen door aan de armen en benen te trekken.
Uitleg: Je leert je lichaamskracht beheersen en bundelen. Je wordt aangemoedigd stabiel en vastberaden te zijn, terwijl je toch ook rekening houdt met je partner.
Voor verder informatie lees je best eens ons bundel die we zelf rond Sherborne hebben samengesteld.
In het keuzevak op school "Beweging en zorg" kregen we in groepjes een onderwerp waar we ons moesten in verdiepen.
Charline De Leyn, Marie-Luca Beyaert en mezelf kregen het onderwerp "Sherborne".
Wij hadden er alvast niets over gehoord, maar we raadpleegden een heleboel bronnen zoals boeken, tijdschriften, internet,..
Ik zal even de belangrijkste informatie geven, verder informatie en oefeningen kan je hieronder lezen.
1. Wie was de grondlegster van de bewegingspedagogiek "Sherborne"?
Veronica Sherborne werd geboren in 1992 in het Engelse stadje Burma.
Ze studeerde kinesitherapie en lichamelijke opvoeding, later specialiseerde ze zich in "The Art of Movement and Dance". Veronica Sherborne overleed op 18 september 1990, er werd een fonds opgericht die als doel de werking van de bewegingspedagogiek te promoten en internationaal te dragen.
Veronica was moeder van 3 kinderen, dit bepaalde in sterke mate de aard van de activiteiten die ze bij haar bewegingsmethode gebruikte. Ze bestudeerde de omgang van de ouders in verzorging situaties en bij momenten van koesteren en knuffelen.
Ze probeerde diezelfde bewegingservaringen in haar bewegingssessies te verwerken.
2. Wat is het doel van Veronica Sherborne met haar bewegingsprogramma?
Zij beoogde vooral doelstellingen op het sociaal en affectief-emotioneel vlak :
- Het ontwikkelen van een positief zelfwaardegevoel
- Het ontwikkelen van de bekwaamheid om relaties aan te gaan en met
anderen te communiceren.
Zelfvertrouwen en vertrouwen zijn hierbij 2 centrale begrippen.
- Het groeien van zelfvertrouwen gebeurt door heen de vele bewegingsspelen die gericht zijn op de ontwikkeling van het
lichaamsbewustzijn.
- Het vertrouwen in anderen groeit vanuit de bekwaamheid om met anderen om te gaan en te communiceren.
3. Wat zijn de 2 basispijlers van Sherborne?
- Zelfbewustzijn + bewustzijn van anderen.
4. Wat zijn de correcte stappen van het lichaamsbewustzijn.
1. Perifere lichaam
2. Gewichtsdragende delen
3. Romp
Eerst wordt het kind bewust van zijn uiteinden, zijn prefere lichaamsdelen: handen en armen, voeten en benen, het gelaat.
Dit zijn de lichaamsdelen waarmee de omgeving wordt verkend en onderzocht.
Vervolgens zijn er de gewichtsdragende delen: knieën, bekken en schoudergordel. Zij vormen de fysieke schakel tussen de grond en onszelf. Tot slot is er de romp, dit is de fysieke schakel tussen de perifere lichaamsdelen: het centrum van ons lichaam.
Het kind moet leren bewegen als gecoördineerd geheel. De romp krijgt een centrale plaats in het bewegingsaanbod.
5.. Als 2de pijler hebben we bewustzijn van anderen, binnen die pijl hebben we 3 relaties:
- Zorgende of "met elkaar" relaties.
- Gedeelde of "samen" relaties.
- "Tegen elkaar" relaties.
We gaan deze relaties verduidelijken aan de hand van een oefening.
Oefening zorgende of "met elkaar" relaties:
2 kleuters zitten op de grond tussen elkaars benen.
De kleuters duwt de andere student zachtjes vooruit door de
ruimte.
Uitleg: Draagt de één partner zorg voor de andere. De zorgende partner leert zich afstemmen op de behoeften en
gevoelens van de andere, terwijl de andere partner vertrouwen leert stellen in andere personen.
Oefening gedeelde of "samen" relaties:
2 studenten zitten tegenover elkaar, samen proberen ze overeind te komen zonder gebruik te maken van handen.
Uitleg: Als iemand een sterker vertrouwen in anderen krijgt en leert om goede relaties aan te gaan, heeft hij ook meer kans om een goede sociale ondersteuning op te bouwen, waaruit hij ook positieve ervaringen krijgt die zijn zelfbeeld ten goede komen.
Oefening "tegen elkaar"relaties:
1 student maakt van zichzelf een stevig pakje door de armen om zijn benen te slaan.
De andere student probeert dit pakje te openen door aan de armen en benen te trekken.
Uitleg: Je leert je lichaamskracht beheersen en bundelen. Je wordt aangemoedigd stabiel en vastberaden te zijn, terwijl je toch ook rekening houdt met je partner.
Voor verder informatie lees je best eens ons bundel die we zelf rond Sherborne hebben samengesteld.